Stichting Dodenherdenking Leiden

 

...een volk dat voor tirannen zwicht,

zal meer dan lijf en goed verliezen,

dan dooft het licht.

 

H.M. van Randwijk
(1909 -1966)

Geschiedenis

Militair oorlogsmonument en herdenking bij het Haagsche Schouw.

 

 

  • Oorlogsmonument en herdenking bij Het Haagsche Schouw

    Monumenten die betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog zijn vrijwel allemaal na de bevrijding in 1945 tot stand gekomen. Een uitzondering daarop vormt het oorlogsmonument bij Het Haagsche Schouw, aan de buitenkant van begraafplaats Rhijnhof. Velen zullen zich dat niet realiseren, maar het stond er al in 1941. Naast de gevallenen bij de strijd om de vliegvelden Valkenburg en Ockenburgh eert het monument de militairen van het 22ste Depotbataljon die op 10 mei 1940 strijd leverden met Duitse parachutisten om de brug bij Het Haagsche Schouw in handen te krijgen. De brug, van strategisch belang, werd heroverd, maar tegen wat voor prijs: 34 militairen verloren erbij het leven. Hun namen vullen het overgrote deel van de plaquette bij het monument. Afgezien van een officier en enkele onderofficieren betrof het dienstplichtigen die pas zes weken onder de wapenen waren, recruten dus eigenlijk nog. Nauwelijks geoefend en matig bewapend moesten ze het gevecht aangaan. De commandant van het 22ste Depotbataljon had op eigen initiatief tot de aanval besloten, omdat bevelen van hogerhand wat te doen waren uitgebleven.

  •  

     

    De gevoelens bij de overlevenden van dit onthutsende drama waren dusdanig dat vrijwel direct een comité werd gevormd om een gedenkteken voor de gevallenen op te richten. De geldinzameling verliep vlot, Rijkswaterstaat en Oegstgeest (het gebied van het Haagsche Schouw viel toen nog onder die gemeente) gaven snel toestemming voor de plek van het monument en de Rotterdamse kunstschilder Aart Glansdorp maakte er een ontwerp voor. De bezetter had er blijkbaar geen bezwaar tegen. Eind 1940 was het monument al vrijwel klaar.

     

  • Op 26 april 1941 was de officiële onthulling door generaal-majoor W.FA Hackstroh,  inspecteur der infanterie. Enige duizenden, onder wie tientallen civiele en militaire autoriteiten, woonden de plechtigheid bij.  Werkmans Wilskracht bracht

    ‘Ases Tod’ uit de Peer Gynt Suite ten gehore en Ex Animo zong ‘Wilt heden nu treden’. Het Wilhelmus ontbrak, in de verslagen werd er althans geen melding van gemaakt. In de toespraken werd de moed van de recruten uitgebreid geprezen. Dat ze hadden moeten strijden tegen een verraderlijke Duitse inval kon uiteraard op dat moment niet onder woorden worden gebracht.

     

     

  • Tot halverwege de jaren zestig werd jaarlijks een herdenking bij het monument gehouden. Daarna gebeurde er ruim twintig jaar niets. De oorlogsgebeurtenissen raakten in de jaren van welvaart wat op de achtergrond. In 1985 namen oudgedienden van het vierde regiment infanterie de draad weer op. Tot op heden wordt de traditie in stand gehouden. Bij het monument liggen vrijwel altijd bloemen. Nabestaanden laten vaak na begrafenissen op Rhijnhof de boeketten naar deze plaats overbrengen. Een teken dat de herinnering langer beklijft dan die twee minuten op 4 mei. De herdenkingsbijeenkomst is gewoonlijk tussen 15.00 en 16.00 uur. 

 

 

Gepubliceerd door: ICT4Free